7
Om 8 uur staan we paraat bij het ticketoffice voor onze transfer naar het busstation waar we de minivan naar Luang Prabang nemen (7 uur- 120.000 kip p.p.) en uiteindelijk om 9 uur vertrekken. Prachtige rit, alhoewel de chauffeur overal doorheen scheurt, met Bram lekker voorin en ik achter de chauffeur zoals bedongen bij het kopen van het ticket...front sit... Na een plaspauze en een broodjesstop zijn we om half 4 in Luang Prabang en nemen met nog een paar de tuktuk(10.000 pp) naar de guesthouse Hoxieng die we gisteravond nog even geboekt hebben voor de twee komende nachten. Vlakbij het postkantoor maar er is wat verwarring of het I of II is en het probleem ligt voornamelijk in het verschil in prijs, $20 per nacht! We roepen dat we wel verkassen naar I en mogen dan blijven voor $10 extra voor de twee nachten...het is hier weer warm dus lekker even afkoelen op de kamer en installeren. Het is in ieder geval een heel gezellig straatje!
11 februari 2012
Lekker rustig aan vanochtend en om 9 uur op zoek gegaan naar een ontbijttentje die allemaal volle terrasjes hadden. Duurde uiteindelijk tot 10 uur voor dat we een prima maar duur ontbijt (25000 kip pp) achter de kiezen hadden. Het begint alweer behoorlijk op te warmen en we besluiten voor sluitingstijd (half 12) eerst het voormalige koninklijk paleis te bezoeken wat ingericht is als museum met spullen van het koninklijk huis. Luang Prabang is heel overzichtelijk en alles is makkelijk te voet te doen. De entree bedraagt 30.000 kip pp en je moet je camera en tas in een locker achterlaten. Zeker de moeite waard van binnen waar je elke slaapkamer, de bibliotheek en troon-, kroon- en ontvangstzaal kan zien die nog volledig ingericht zijn en vitrines met mooie boeddha’s hebben. Overal veel foto’s en schilderijen van de koninklijke familie. Ook een uitgebreide zaal van de secretaris met alle geschenken van andere landen en gangen met bronzen tamboers. Het verhaal van prins Wetsavanat wordt helemaal uitgebeeld en dat ga ik toch eens opzoeken...had er nog niet over gehoord en is wel bijzonder. Buiten staat een kopie van het beeld van koning Sisavang Vong waarvan we het origineel in Vientiane zagen tegenover een tegenover een nieuwe tempel waar uiteindelijk de gouden boeddha (=Prabang) in moet komen te staan die nu nog in het paleis staat. Achter het paleis is nog een foto tentoonstelling over monniken en de ‘garage’ met de koninklijke auto’s en speedboot.
Wekker staat vroeg want om kwart voor zes moeten we langs de weg staan voor de reras, de bedelronde van de monniken. Ze komen uit alle tempels blootsvoets de stad doorkruisen met hun voedselmanden bedelend om kleefrijst en vruchten. De bevolking zit op matjes op de knietjes en doet in elke mand die wordt voorgehouden wat hij of zij voor handen heeft. Verkoopstertjes schieten op je af als je je neus laat zien om ‘food for monks’ te verkopen en hun matje voor je te spreiden. Aangezien het als aalmoes gegeven gezien wordt in dit godsdienstige ritueel en je als niet-boeddhist niet geacht wordt te geven laten we dat aan ons voorbij gaan. Helemaal met de wetenschap dat de monniken het toch al geen feest vinden dat ze steeds meer een toeristische attraktie worden. Het meisje van het guesthouse zei ook niet te ver te gaan omdat het langs de hoofdstraat zwart ziet van de mensen...gouden tip, we krijgen een goed beeld met maar een handjevol toeristen om ons heen. Om 7 uur ontbijten bij Joma om de hoek en ik nog een tukje gedaan terwijl Bram las. Spullen gepakt want we moesten verkassen naar Mekong Moon Inn, een blok verder.
Vandaag hebben we kookcursus bij Tamarind, gegeven door Joy, een ex-monnik. Na een lekker ontbijtje staan we keurig om tien voor negen op de stoep voor de welkomsthee waarna we met de tuktuk vertrekken naar de Pousi-markt (waar we morgen naar toe wilden gaan) voor uitleg over kruiden, groenten en vreemde sausjes, koekjes en eieren met kuikens erin van verschillende dagen oud (bijv. Een ei met een 1 is ongeveer half kuiken half ei, met een 2 is al meer kuiken enz,). Joy geeft uitleg en laat ons dingen proeven zodat het ook leuk is om wat te kopen nu je weet dat het smaakt (en geen spin is of zo). Weer in de tuktuk naar de buitentuin van Tamarind waar alles al klaar staat en de houtskool heet ligt te gloeien. Weer (lemongrass) thee en achter elkaar maken we verschillende gerechten. Eerst de sticky rice (Khao Niaow), het nationale eten van Laos, met een Jeow Mak Keua (aubergine dip die ik maak) of een Jeo Mak Len (Lao tomato salsa) die Bram maakt. Bij alles wat we maken mag je zelf kiezen hoe scherp je het maakt, maw welke kleur chilipeper je gebruikt en hoeveel. Als je het straks maar opeet... Daarna volgt de Mok Pa (leuk omdat ik dat gisteravond gegeten heb en zo lekker vond), Ua Si Khai (gevuld lemongrass) wat Bram een rotrecept vindt omdat je een soort kooitje uit het lemongrass moet fabriceren en Orlam waarbij we deze keer kiezen om die van buffel te maken. De tafel is gedekt en het wordt heel stil als iedereen proeft wat je gefabriceerd hebt. Lekker! We dachten dat we er al waren maar het dessert Khao Gam (paarse kleefrijst met kokosnoot saus en fruit) moet ook nog klaargemaakt worden. De tuktuk brengt ons terug naar Tamarind en we kunnen terugkijken op een leuke, weer totaal andere dag!
Om 4 uur worden we bijna ons bed uitgetrommeld door de monniken aan de overkant van de weg. Vanwege Valentijnsdag zeker? Getrommel en bellen...de ruiten trillen in de kozijnen!
Wat wordt het vandaag? Veel Watten en wat warm...warmste dag van de week... We beginnen bij Wat Choum Kong met twee Chinese beelden voor de ingang, steken door naar Wat Xieng Mouane. Van beide Watten zijn de heiligdommen gesloten en zelfs bij de oude ambachtsschool voor jonge monniken komen we er niet achter waarom... de meeste heiligdommen blijven echter vandaag dicht en ook het Royal Palace. We kopen de boeddha met geheven handen (stop de watervloed en stop het vechten) in het winkeltje van de school. Uniek exemplaartje dus gemaakt door een monnik en tevens voor het goede doel. Achter WatXieng Mouane ligt het houten huis Xieng Mouane wat men een geslaagd voorbeeld van restauratie van een tradiotioneel houten huis noemt. Dan wel eentje van een gegoede familie lijkt ons... Wat Pa Phai ligt in alle rust te wachten naast de drukke Sisavang Vong street en heeft mooie fresco’s op de buitengevel met het leven van boeddha. Ook nare taferelen van mensen bij wie de tong wordt uitgesneden of vuur naar binnen wordt gegoten... zullen niet genoeg verdiensten gedaan hebben? Doorgestoken naar Phousi road aan de Nam Kane onderweg naar Wat Aham die wel open is (20.000 kip pp) maar de meneer is onaangenaam en we besluiten geen ticket bij hem te kopen voor dit kleine, niet echt belangrijke heiligdom. Stukje terug voor een hamburger en biertje, ook wel weer eens lekker tussen alle noodles en rijst door en naar Wat Visoun (20.000 kip pp) hetgeen de oudste tempel is van Luang Prabang en de restauratie werkzaamheden zijn in april 2011 afgerond (kan je de rest van de rommel toch ook wel even in een schuurtje leggen toch?). Mooie tempel met zware donkere stenen pilaren en prachtige boeddhabeelden voornamelijk in de Calling for Rain en Stop fighting mudra. Er tegenover staat de That Mak Mo, een stenen stoepa met een gekke meloenvorm. Onderweg kopen we twee handen van Boeddha...van hout...
Terug richting de Mekong liggen er nog twee Watten op onze weg : Wat Hoisang Voravihane, indrukwekkend grote tempel met veel versieringen en naga-leuningen langs de grote trappen. Doorsteek naar Wat That wat een prachtige afsluiting blijkt te zijn met prachtige bas-reliefs met houtsnijwerk van allerlei mensenlijke (enbovenmenselijke ) taferelen.
Spullen pakken voor morgen en lekker weer eten bij ons favouriete tentje aan de Mekong, Lamache...