Dinsdag 19 februari 2013
Het eitje is nog niet gevonden door de kok dus zijn we vlot klaar met ontbijten en rijden 30 km tot de afslag naar Drametse.
Nu volgt een smalle, hobbelige weg van 18 km langs diepe afgronden en we zijn blij dat het vandaag niet regent (dan schijnt de weg meestal ook gesloten te zijn overigens). Het blijkt de moeite waard bij het Drametse klooster (2050 meter hoog) uit 1511 met nu zo’n 80 monniken waarvan de jongste 6 jaar is.
Het is het belangrijkste klooster van oost Bhutan en tevens bekend om de religieuze dans ‘Drum dance of Dramitse’ die hier in de 16e eeuw geïntroduceerd werd door Kuenga Nyingpo, een lama uit Drametse. Met behulp van zijn miraculeuze krachten had hij een opvoering van deze dans gezien in het hemels paleis van Guru Rinpoche en deze in zijn eigen dorp geïntroduceerd. De Drametsi Dzong is gebouwd door de achterkleindochter van Pema Lingpa. Zij was Ani (=non) Chotten Zangmo en bouwde deze dzong met behulp van haar echtgenoot. Dra staat voor vijand, me voor no en tsi voor peak; dus peak without enemy als bijnaam voor deze dzong. Het belangrijkste relikwie hier is de gouden stoepa die in het heiligdom staat. Hier is net een dienst aan de gang en de monniken worden nogal afgeleid door ons bezoek. Er zijn 3 verdiepingen in de dzong. Op de beneden verdieping is de dienst aan de gang en daardoor is de eerste verdieping gesloten en blijft de god met het paardenhoofd (Tamdrin) voor ons een mysterie. We worden wel binnengelaten in de chapel of local deties met 2 beelden van Tshong Tshong (god die beschermt tijdens oorlog) met kwade gezichten en daartussen de erg machtige maar niet zichtbare Muktshin. Soldaten die naar het front gestuurd worden moeten hier eerst bidden, krijgen de zegen en moeten hier dan blijven in plaats van naar hun familie terug te gaan. Na de oorlog komen ze hier terug om te danken dat ze nog leven en mogen dan terug naar huis en haard. In het voorportaal hangt een zeer antieke collectie oorlogsmateriaal uit de tijd van King 1,2 en 3 en verschillende dierenvellen als favoriete trofee van de lama’s. Het klooster heeft erg geleden onder de aardbeving uit 2010 met een kracht van 9,1 maar is recentelijk door Unesco op de heritage lijst geplaatst en voorzichtig aan beginnen ze met renoveren.
Er worden net twee jongetjes door hun vader naar het klooster gebracht. De een heeft al een kortgeschoren koppie, de ander nog dik zwart haar. De eerste keer moeten ze geschoren worden door de leidende lama en het haar wordt geofferd aan een lokale god. Vervolgens dienen de nieuwelingen eerst te lijden voor ze mee mogen doen aan de diensten, zijn eigenlijk de dienders en lopen te sjouwen met hout en water en doen de klusjes.
In elk klooster hangt een leren zweep om te straffen. Stel de gong gaat voor de dienst en je bent niet binnen voor het geluid is uitgestorven...dan wacht de leren zweep. Als je op het niveau van mediteren komt zweer je voor het leven vlees, huwelijk en alcohol af.
18 km terug hobbelen naar de highway.
en een lunchstop in het razend schone Zalaphangma bij Monkey shoulder voor een werkelijk heerlijke lunch met onder andere kharang (=lokale rijst gemengd met mais). Watertje erbij want dinsdag is een droge dag in Bhutan.
Regering vond het een wijs besluit iedereen 1 dag per week te onthouden van alcohol. We rijden door Yadi village, een gehucht van 4500 inwoners die leven van het citroengras dat in het bos groeit. Eenmaal per jaar krijgen ze van het ministerie van bosbouw een vergunning om het citroengras te oogsten. Na de oogst steken ze bosbranden aan om de volgende oogst te verbeteren, dit overigens zeer tegen de wil van de regering in. Het citroengras wordt geperst en als olie verwerkt in parfums voor in huis en in de auto en na productie vrijwel direct aan west Bhutan verkocht. Elke streek heeft hier zo’n beetje een eigen specialiteit qua verbouwing. Mais, rijst, citroengras, aardappels, knoflook, chili ’s, fruit... Tot op heden wordt er erg veel geïmporteerd uit India maar aangezien dit niet biologisch gekweekt is probeert de overheid lokale teelt te bevorderen door goede zaden en kiemen te verstrekken. Elke regio zou seizoensgebonden producten moeten verbouwen en dat moet gevolgd worden door ‘ruil’ in de regio’s onderling.
Nima is een veelwetende gids en vertelt ons veel feiten, fabels en volks(geloofs-) wijsheden. Voor alles is in dit land wel een verhaal of verklaring. Zoals : een koe, hond en kat nemen een taxi. De koe arriveert op zijn bestemming en betaalt de gevraagde 30 roepies. De hond komt aan en betaalt 40 roepies maar de chauffeur heeft geen wisselgeld. De kat arriveert ter plekke en springt uit de auto zonder te betalen. Dat is de reden dat een koe gewoon blijft staan als er een taxi voorbij komt, een hond de taxi achterna rent voor zijn wisselgeld en de kat meteen de benen neemt als hij een taxi ziet...
Langs de Kori-la pas op 2450 meter hoog verder richting Mongar. Mongar is meer een doorgangs dorp en als eerste niet in een vallei gebouwd maar op een helling en is het thuisland van de Sharchogpas. Inchecken in het Wanchuk resort
en daarna geklommen naar de mooie dzong. Terwijl deze gerenoveerd wordt zijn ze bezig met het bouwen van een nieuwe dzong wat hoger op de berg.
Alle nieuwe gebouwen in Bhutan moeten gebouwd worden volgens Bhutanese architectuur. Zijn de karakteristieken niet voldoende aanwezig dan kan je het bouwwerk meteen weer afbreken. In verband met aardbevingsgevaar mag het ook niet meer dan 6 verdiepingen tellen.
De monniken in het heiligdom zijn druk bezig met hun huiswerk. De regering is bezig om in alle kloosters een Engelse leraar aan te stellen zodat de monniken de taal machtig worden. Dit geldt overigens ook voor de oudere bevolking die nooit naar school is geweest. De regering heeft leraren aangesteld die (voor 6000 roepies per maand) in de avonduren ouderen lesgeven in de openbare scholen op het gebied van Dzongka, lezen, schrijven en rekenen.
Postzegels in het lokale postkantoor gekocht (moesten in een envelop uit de kluis gehaald worden door de baas!) en ons verbaasd over de werkwijze van de weg asfalteren! Kan niet gezond zijn! Lekker gegeten in een zeer koud restaurant...we zijn de enige gasten...
Nighthunting is heel gewoon in het oosten...jongens klimmen ’s nachts het raam binnen bij meisjes en laten ze vaak zwanger achter. Hierdoor zijn er erg veel tiener zwangerschappen maar ook veel gevallen van ‘de haan’ ’s avonds komen en ’s morgens wegwezen (de meisjes blijven als single moeder achter en het kind gaat nooit weten wie de vader is).
Woensdag 20 februari 2013
In het programma voor vandaag staat een dik twee uur rijden naar Khoma village dat bekend staat om het Kishuthara weven, zijde op zijde weven met ingewikkelde patronen. Het is de duurste stof in Bhutan en een kira voor bijvoorbeeld een trouwerij kan oplopen tot 200.000 roepies waarbij dan ook goud en zilverdraad wordt verwerkt. Hoe ingewikkelder het patroon hoe duurder de stof. Om hiervoor ruim 5 uur in de auto te zitten vinden we echter een beetje teveel van het goede en vragen Nima om een alternatief programma. Dus beginnen we vanochtend in Wengher waar een kleine tempel staat die bestaat uit drie verdiepingen waarbij vroeger de onderste de gevangenis en paardenstal waren, de middelste de graanvoorraad bevatte als voedsel en voor offers en de bovenste verdieping de kapel is.
Het bouwjaar is onbekend maar in 1942 is het gerestaureerd. In 1616 kwam Shabdung Naweng Namgit uit Tibet naar Bhutan en verenigde Bhutan. Zijn 3e reïncarnatie, Shabdung Djimi Drukhba heeft lang in de tempel van Wengher gemediteerd en de tempel is dan ook aan hem gewijd. In het heiligdom bevindt zich een beeld van ChukChe Zhey, de godin met de 11 hoofden en een ijzeren kast waarin achter slot en grendel de relikwieën van Shabdung Djimi Drukhba bewaard worden. Het omvat zijn kleren, het tapijt waarop hij mediteerde, zijn geschriften in goud geschreven, 3 beeldjes voor op het altaar en deze 5 vitrine kisten worden alleen tijdens het lokale festival getoond. We boffen dus dat een van de 7 monniken die hier leven de sloten van de kast wil halen.... Zij wonen nu in het oude gevangenisgedeelte.
We zakken een klein stukje af naar het RNR Renewable Natural Resources & Development Centre waar ze van de overheid uit research doen op het gebied van horticulture (groenten, fruit en bloemen). Men zoekt naar beter zaaigoed voor de boeren zodat de oogsten niet lijden onder ziektes zoals bij de (hier 27 soorten) citrusvruchten. Er zijn 5 research stations verspreid over het land en elk heeft een eigen specialiteit. We worden rondgeleid tussen de walnoten, perziken, abrikoos, kiwi, vijg, pruim, kers, peer, appel en al die citrussoorten en de enkele bloemen (roos, begonia en chrysant) want die hebben geen prioriteit. De groenten krijgen trouwens ook niet veel aandacht...deze zaden worden rechtstreeks aan de boeren verstrekt. De andere zaden worden vermenigvuldigd in de zadencentrales (hoofdkantoor in Paro) en van daaruit verdeeld en verkocht aan de boeren. Met daarnaast de aanleg van waterleiding geheel in handen van de overheid probeert men de boeren een goede basis te geven. Vooralsnog teelt men alleen in kleine tuintjes veelal de groenten die men zelf nodig heeft en de regering wil af van de grote groenten- en fruit import uit India. Ondertussen wordt er al citrusfruit naar India en Bangladesh geëxporteerd De bloesem bloeit hier al!
Lunch in het hotel en daarna door Ganesh afgezet boven op de berg voor de Korila Nature Walk, een wandeling van 6 km bergafwaarts langs wat huisjes, over (nu droogstaande) rijstvelden en door dalletjes met riviertjes.
Kortom, ondanks dat er in deze tijd geen wilde orchideeën en weinig bloeiende rododendrons (46 soorten!) te bewonderen zijn is het een hele aangename hike. Beetje jammer dat we op het eind nog een pittige klim moeten maken haha maar als we daarna omhoog kijken zijn we best wel een beetje trots.
En dat is Nima zowaar ook die meldt dat we goede hikers zijn en het zeer vlot gedaan hebben... In Mongar zijn ze ervan ingestort!